terug

24-01-2023
Het was wel 40 graden, maar dat namen we voor lief!

24-01-2023
Vrouwmens, boboti en dingetje
Een paar dagen geleden kwamen we aan in Zuid-Afrika. Het laatste land dat we aandeden in deze reis naar Zuidelijk Afrika. De camping lag aan de rivier die de grens vormde tussen Namibië en Zuid-Afrika. We kwamen tijdens lunchtijd aan en hadden eindelijk de hele middag voor ons zelf. Sommige gingen kanoën. Samen met een paar andere was ik echt toe aan even ontspannen. Dat kon hier ook, want deze camping had schaduw! Een mooie bijkomstigheid was dat we ook op gras kampeerden. Een hele verademing dat niet alles telkens onder het stof zat!Het was wel 40 graden, maar dat namen we voor lief!
De volgende dag moesten we weer lang in de bus zitten. Tegen het einde van de middag kwamen we aan bij de camping en ging een groot deel van de groep door naar een wijnproeverij. Niet mijn ding, dus ik kon lekker chillen bij het zwembad waar een tweetal honden me vergezelden. We waren gewaarschuwd niet met ze te spelen, want dan kwam je niet meer van ze af. Ik moest daarom ook een hond negeren die heel lief een tennisballetje op mijn handdoek legde en erbij ging liggen in de hoop dat ik hem weg zou gooien. Mijn gebruikelijke bedtijd op deze vakantie van 21.00 hield ik maar weer aan, want we moesten de volgende dag er weer vroeg uit.
We reden richting het zuiden en kwamen uit bij Kaap de Goede Hoop. Een plek waar ik zo’n 10 jaar geleden ook ben geweest. Toen konden we geen hike maken. Nu gelukkig wel! Het was voor mij wel even de vraag waar nu de befaamde kaap was, want de echte kaap heb ik achteraf 10 jaar geleden helemaal niet gezien! Alleen het bordje wat er bij stond. De hike was echt leuk. We hadden nog niet veel beweging gehad deze reis en het was mooi om de kaap, de vuurtoren en de uitzichten vanuit allerlei punten te bewonderen!
Daarna reden we door naar een plek die ik ook al eens had bezocht; de pinguïns bij Boulders Beach. Ze waren nogal statisch. Ik was daarom meer onder de indruk van de lieve mini pluizenbolletjes. Later kwam ik erachter dat die de leuke Afrikaanse naam; Dassies dragen. Ze zijn blijkbaar nauw verwant aan de olifant!
‘s Avonds zetten we voor de laatste keer de tent op! Iets waar ik toch al geruime tijd naar uitkeek! Helaas stonk de camping naar rotte vis. Een groepsgenoot was super behulpzaam met alles, zo ook met het helpen van de tent op- en afbreken. Hij verdiende het wel om even in het zonnetje gezet te worden vond ik met drie andere dames. We hadden daarom colaflesjes beplakt met stickers als bedankje. Hij zal alleen niet meer weten van wie hij die heeft gehad, want na 24 dagen weet hij nog niet alle namen! Als hij ‘dingetje’ zegt, weten mensen wel dat het om mij gaat.
‘s Avonds zetten we voor de laatste keer de tent op! Iets waar ik toch al geruime tijd naar uitkeek! Helaas stonk de camping naar rotte vis. Een groepsgenoot was super behulpzaam met alles, zo ook met het helpen van de tent op- en afbreken. Hij verdiende het wel om even in het zonnetje gezet te worden vond ik met drie andere dames. We hadden daarom colaflesjes beplakt met stickers als bedankje. Hij zal alleen niet meer weten van wie hij die heeft gehad, want na 24 dagen weet hij nog niet alle namen! Als hij ‘dingetje’ zegt, weten mensen wel dat het om mij gaat.
De volgende ochtend ging een groot deel van de groep naar Robbeneiland. Ik had het eiland al eens bezocht en sloeg daarom over. Met een paar andere konden we in Kaapstad even tijd doorbrengen aan de haven genaamd Waterfront. Toen checkten we in bij het hotel. Heerlijk! Nadat ik de sleutel kreeg, leek het er wel op dat alleen het bed opgemaakt was en dat de rest niet was schoongemaakt. Gelukkig kreeg ik een snelle poetser toegewezen. Na geluncht te hebben bij een Turks restaurant, wandelden we naar Bo Kaap, wijk met allerlei gekleurde huisjes. Ook bezochten we het stadhuis en het bijbehorende plein waar Mandela voor de eerste keer naar zijn vrijlating sprak. ‘s Avonds aten we heerlijk bij de Vietnamees.
Op onze laatste dag in Kaapstad gingen we met de kabelbaan omhoog naar de Tafelberg. Daar maakten we een kleine wandeling waar we mooie uitzichten hadden over de stad. We namen een uber-taxi richting de stad. De taxi-chauffeur sprak Afrikaans en maakten grapjes over ons ‘vrouwmensen’! Ook vertelde hij wat het het grappige woord ‘verkleurmannetji’ betekende; kameleon!
Vervolgens aten we boboti, een klassiek Zuid-Afrikaans gerecht en vervolgden we onze weg naar een museum over Apartheid. Dat viel een beetje tegen. Het ging meer over het leven in de wijk dan over het leven tijdens de Apartheid. ‘s Avonds sloten we onze reis af met een etentje bij de Thai.
Deel nu: