terug



11-10-2024

Lamsafvalsoep, slapende Chinezen en slurpen

Eindelijk ging onze reis naar China beginnen! Net voordat corona uitbrak, waren we al bezig om ons te oriënteren op China. We merkten recent op dat je voor 15 dagen reizen geen visum nodig hebt. Dat scheelt een hoop gedoe, kosten en ritjes naar de ambassade in Den Haag. Die tijd heb ik dan maar gebruikt om de reis voor te bereiden. Wat een werk! Buiten het uitzoeken van de plekken waar we naartoe wilden, boekten we ook al de hotels en treinen (die je pas twee weken van tevoren kan boeken), omdat ze soms willen weten wat je reisroute is en wanneer en hoe je het land verlaat. Naast dit alles zat het meeste werk nog in het China-proof maken van twee telefoons. Wel 17 Chinese apps gedownload ter voorbereiding en heel wat tijd gestopt in de app Alipay, wat dé betaalapp is in China. Wel mega handig als je het eenmaal kunt gebruiken. Natuurlijk ook een goeie VPN geregeld anders zijn onze Westerse apps niet te gebruiken. 

We hadden een directe vlucht vanuit Schiphol naar Beijing. Eenmaal aangekomen, was de verlossing daar dat onze telefoons werkten. Toch wel erg handig aangezien cash niet veel gebruikt wordt. Bij de douane zagen we al de eerste rariteit; een vrouw schopte (haar?) man heel hard onder zijn kont.  
Eenmaal aangekomen bij de metro moesten alle tassen door de scanner. Dat moet trouwens bij elk metrobezoekje. Ook wordt er een metaaldetector voor je gehouden en dan mag je je weg weer vervolgen en natuurlijk inchecken met.. Alipay! Een metrorit kost trouwens bijna niks: tussen de €0,25 en €0,45 en dan heb je echt veel afstand afgelegd! Beijing is echt enorm. Wij dachten dat sommige bezienswaardigheden wel te lopen waren; schijn bedriegt. Alleen al om van de ene metrolijn naar de andere te komen, loop je soms 10 minuten. Een keer moesten we ook een heel stuk buitenom. Op de stoep stond een man die drie schildpadden - aan een stok gebonden - aanbood. En als je pech hebt, loop je uit het metrostation en pak je net de verkeerde uitgang van de maar liefst 8 uitgangen die er soms zijn! Of je komt in een winkelcentrum waar de uitgang niet van staat aangegeven en de mensen zelfs het woord ‘exit’ niet kennen. Dan moet je maar weer via google translate laten weten wat je wil. 

Op straat ervaren wij vrij veel rust wat betreft het verkeer. Er zijn veel elektrische auto’s en scooters, waar je wel op moet letten, want ze duiken overal op. Wat betreft gorgelende mensen is de rust wel vrij ver te zoeken. Heel vies! Ook moet je soms spuugplekken vermijden waar iemand helemaal is losgegaan. Ook zijn ze hier niet echt bang voor corona of andere ziektes. Ze niezen en hoesten zonder hand of elleboog voor de mond. Dus opletten waar je staat, voordat je de spetters in je nek hebt hangen. 
We kwamen in de ochtend in ons hotel aan. We brachten eerst een bezoek aan de Temple of Heaven. We keken onze ogen uit naar alle pracht en praat, maar ook naar de Chinezen. Ik kreeg meteen een camera voor mijn neus, omdat iemand ongevraagd een foto van me maakte. Ook hadden een aantal vrouwen een kap op die leek op die van de handmaidstale, om maar niet bruin te worden. 

Na dit bezoek gingen we naar een gezellig straatje in de hutongs (oude wijken, steegjes). Daar bestelden we ook wat eten via google translate. Als we de vertaling van de menukaart moesten geloven konden we o.a. lamsafvalsoep en stinkende tofu krijgen. We besloten om met een medewerker via google translate te communiceren. Maar goed ook, anders hadden we 11 loempia’s, 8 gyoza, 5 dumplings, 5 stukjes brood en een noodelssoep besteld. 
Na helemaal vermoeid in het hotel aangekomen te zijn, moest het toilet voor de tweede keer ontstopt worden. De man die het maakte ging weg, maar ik vroeg hem nog iets. Het leek alsof hij terugkwam, maar de beste man hebben we nooit meer gezien. Het toilet deed het gelukkig wel weer en anders hadden we de gasmaskers nog! 

Na 10 uur geslapen te hebben, konden we er weer tegenaan. Van tevoren had ik kaartjes gekocht voor de Verboden Stad. Het was echt een immens complex en heel druk met Chinezen. Het was super mooi en groot. Het is 961 meter lang en 753 meter breed en al in 1422 gebouwd. Het heet de Verboden Stad, omdat de gewone burgers er 500 jaar lang niet mochten komen, omdat het het gebied van de keizers was.

Blijkbaar vonden niet alle Chinezen het even interessant, want er lagen er een heel aantal her en der te slapen. 
Na dit bezoek, liepen we naar het Plein van de Hemelse Vrede. Helaas konden we er niet op, want we hadden niet gereserveerd (wat overigens gratis was). Dit moest een dag van tevoren. Gelukkig konden ze ons in het hotel helpen. 

We gingen naar een gebied met een aantal hoge gebouwen en er zou ergens een stoffenmarkt zijn. Net zoals het vinden van een geschikte eettent, was het vinden van de markt ook een zoektocht. Een aantal mensen gevraagd om hulp, zonder resultaat. Wel staan hier op veel plekken militairen en word je overal waar je kijkt, gefilmd. De eettent was uiteindelijk gelukt. We kwamen uit bij een tentje waar alleen maar locals zaten te slurpen. We vroegen via google translate (want de menukaart was een groot raadsel) voor een noodelsoep met veel groente, niet pittig en dunne noodles. Alles was gelukt behalve de dunne noodles, ze waren nog dikker dan tagliatelle, maar wel erg lekker! 
Laat in de middag gingen we nog naar ’the Birds nest’ en ‘The Ice Cube’, waar de Olympische Spelen in 2008 en 2022 zijn gehouden. We aten wat op een marktje dat erbij lag en gingen daarna, na heel wat kilometers in de benen, terug naar het hotel. 
De volgende dag bezochten we met de lokale bus De Grote Muur. Het was weer een uitdaging om het busstation te vinden. De reis daarentegen ging makkelijk. Na een dik uur kwamen we bij de muur aan en konden we genieten van de prachtige vergezichten en de enorme lange muur die als verdediging is aangelegd. 
‘s Middags bezochten we het Zomerpaleis. Een enorm park (alles is hier natuurlijk groot) met een mooi paleis in het midden. De wandeling in het park was lekker rustig. Hoe dichter bij het paleis hoe hectischer het werd. Het gekakel door microfoons en megafoon, verpesten een beetje de beleving. 
Eigenlijk waren we moe genoeg om terug te gaan, maar het Plein van de Hemelse Vrede hadden we nog niet gezien. Tijdens het donker zagen we dit enorme plein (met een weg er tussen). 
Die dag erna gingen we op tijd op pad, omdat we de hogesnelheidstrein naar Xi’an namen. Onze paspoortnummer is wel 3x ingevoerd. Controle op controle. Net zoals in de trein zelf. De conducteur controleert zelfs of er geen rugzaktouwtjes vanuit het bagagerek naar beneden hangen. Ook dweilen ze na elke tussenstop en spelen ze constant een bandje af wat wel en niet mag. Zoals geen eten eten dat ruikt en het toilet  doorspoelen. De trein scheurt 350 km per uur door het landschap waar we veel grote steden passeren met vrijwel allemaal dezelfde bebouwing afgewisseld met landbouwgronden. In 4 uur tijd komen we aan in Xi’an.


Deel nu: