terug



27-08-2022

Snorkelsoep, superspider, hoge golven en diepe dalen

We vertrokken ‘s ochtends met de ferry naar Koh Phi Phi. De ferry was een avontuur op zich. Het alarm ging op een gegeven moment af en we zaten op oude vliegtuigstoelen inclusief veiligheidsinstructies. Blijkbaar was Koh Phi Phi voorheen echt een party-eiland, maar nu na de covid-periode leek het ons een prima bestemming. Het was inderdaad super rustig, op het anders volgepakte eiland. Wij vonden het eiland al een bezoekje waard alleen al door de naam Koh Phi Phi, omdat we een woordgrapje hebben met ons zelfverzonnen woord/dier; de pipikees. Het is een prachtig eiland met veel witte stranden en azuurblauwe zee. Helaas regende het wel veel.
We hadden voor €24 per nacht een mooi en luxe hotel (maar wel zoals overal met een wc-papiertekort) waarbij ze zelfs onze bagage op een karretje naar de kamer brachten. Blijkbaar stond die kar ook klaar bij de pier toen we aankwamen met de boot, maar die hadden we gemist! Ik installeerde me net op het bed toen ik in mijn linkerooghoek iets zag bewegen. In minder dan een seconde stond ik op de gang. Ik zag namelijk een mega grote spin. Nu ben ik sowieso panisch voor spinnen, maar deze was abnormaal groot. Danny beaamde dit! Hij was echt zo groot als een frisbee! In paniek stond ik op de gang. Danny was nog in de kamer en wilde de spin dood maken. Dat leek me niet echt een goed idee aangezien hij super groot was en je weet maar nooit of ze gevaarlijk zijn. Danny gooide mijn schoenen naar de gang en ik ging iemand halen van het hotel. Met twee man sterk kwamen ze. Gelukkig was Danny in de kamer, want dat beest kroop steeds weg. Na een kwartier heeft blijkbaar een van de mannen de spin in zijn handen (!) genomen en buiten gezet. Ik was nog steeds in paniek, omdat je ook niet weet of je er nog meer zal aantreffen. Natuurlijk is er geen foto van die enorme spin, want die maak je niet als je heel bang bent! 
 
Toen we net even later het centrumpje gingen ontdekken, werd ons al wiet aangeboden. Blijkbaar is het sinds juni dit jaar in Thailand gelegaliseerd. Ook verkocht iemand ‘happy shakes’. Tijdens een gesprekje bleek dat hij er paddo’s in verwerkt had. Dat is wel illegaal, maar hij betaalt elke maand €100 aan de politie en dan bewaren ze zijn ‘secret’. Na een ontspannen dag aan het strand, at Danny ‘s avonds nog een veel te pittige papaya-salade. Het was niet om aan te zien hoe hij aan het zwoegen en zweten was met de pittigheid (stuur een pm voor het filmpje). Ik was een beetje klaar met het Thaise eten, omdat ik zo ziek was geworden. Gelukkig zijn hier ook genoeg Westerse dingen te krijgen.
De dag erna wachtten we totdat de regen in de ochtend verdween. We besloten naar een viewpoint te lopen. Eerst heel wat trappen op en daarna een gemakkelijke wandeling naar boven. Het uitzicht was prachtig over het smalle gedeelte dat de twee grote eilanddelen met elkaar verbond. In 2004 heeft het eiland ook te maken gehad met de grote tsunami. Met een kneuterig zakje m&m’s, iets wat Danny elke dag hier eet, genoten we het mooie uitzicht. Toen we gingen afkoelen in ons zwembad bij het hotel waren ze net kokosnoten uit de kokosnotenboom aan het halen. Heel lief, kregen wij er twee! 
 
De dag erna gingen we een snorkeltourtje doen. Eigenlijk zouden we ‘s ochtends vertrekken, maar door de regen werd het ‘s middags. Daarom pakten we in de ochtend een echte Thaise massage. Mijn masseusevrouwtje moest nog vanuit een andere plek komen, maar die van Danny begon alvast. We vonden het allebei echt een fijne massage. Wat hardhandiger dan de olie-massage die we eerder hadden gehad, maar wij geven de voorkeur aan de Thaise! Onze eerste stop was van de snorkeltrip was Monkey Island. Daar zagen we een viertal apen en hordes mensenmassa’s. Het was letterlijk aapjes kijken. 
Toen maakten we de oversteek naar een nabij gelegen eiland. Wat een hel was dat! De zee was zo wild en onstuimig. Ik dacht echt dat we gingen omkiepen in ons longtailbootje. Twee dagen op rij dus paniek voor mij. Het bootje maakte een aantal keren een vrije val, omdat we op zo’n hoge golf werden getild. Blij dat we waren aangekomen op een rustigere plek. We konden daar snorkelen. Danny en ik sloegen deze met niet veel spijt over. Het was namelijk een plastic snorkelsoep. Heel vies en erg om te zien hoeveel plastic er wel niet op het water dreef. Helaas was op het bootje zitten ook niet het beste plan. Ook niet na 2 reispillen te hebben gepakt. Danny voelde zich op ‘kotsen’ na dood, maar hield gelukkig wel alles binnen. 


Bij de volgende stop lag minder rotzooi in het water en deden we een poging tot snorkelen. Mijn snorkel was kapot en Danny kon alleen maar lamlendig met zijn reddingsvest in de zee dobberen wachten totdat hij zich wat beter voelde. De laatste stop was in een heel mooie lagoon. Daar knapte Danny helemaal op. Al moest je wel uitkijken voor, zoals hij het noemt, sea eagles! Oftewel zee-egels, maar dan letterlijk vertaald. De bootbestuurder keek Danny ook raar aan toen hij vroeg of er sea eagles (zeearenden) in het water zaten!
De volgende dag was een echte reisdag. Eerst namen we de ferry weer naar het vaste land. Daarna stond een minibusje klaar om ons naar Khao Sok te brengen. Hier in de buurt is een groot nationaal park. De volgende dag gingen we met een tourtje mee om het park te verkennen. Het park bestaat onder meer uit een groot stuwmeer. De stuwdam is in 1982 aangelegd. Hierdoor is het enorme stuwmeer ontstaan. Er moesten 9 dorpen verplaatst worden naar een andere plek. Niet voor te stellen dat er eerst mensen woonden op de plek van het meer. Het meer werd omringd door prachtige bergen en kalksteenrotsen. Het hele park bestaat uit wel een miljoen hectare. We hebben dus maar een heel klein deel vanaf de longtailboot gezien. We lunchten bij een drijvend restaurant en hadden daarna de tijd om te kajakken op het meer, en lekker te zwemmen en te ‘lelaxen’. Daarna gingen we weer terug en aten we in Khao Sok, dat helemaal uitgestorven leek.


Deel nu: