terug



07-03-2018

Boarder security, Nederlandse volkszanger en springende dolfijnen

Zaterdag begon mijn lange trip naar Nieuw-Zeeland. Vanuit Dusseldorf vertrok ik 2 uur later door de sneeuw. Het vliegtuig moest nog ijsvrij gemaakt worden. Ik werd met de minuut meer gestresst, omdat ik ook maar twee uur had om over te stappen in Abu Dhabi. Eindelijk konden we vertrekken en zag ik op het vluchtschema dat ik het misschien toch nog ging redden. Ik had al wat voorzorgsmaatregelingen getroffen, zoals de stewardess gevraagd of iemand mij op de grond kon helpen mij zo snel mogelijk naar de juiste gate te brengen. Daar schoot ik niet zoveel mee op. Wel mocht ik gaan zitten op een plaats die vooraan vrij was. Zo was ik eerder uit het vliegtuig. Ik ging volle sprint richting de security check. Daar kwam ik aan als een van de eerste. Het ging dus lekker snel. Gelukkig haalde ik mijn vlucht en hoefde ik mij geen zorgen meer te maken over mijn aansluiting naar Hong Kong. Daar aangekomen kon ik lekker douchen! Wat een luxe, er hing zelfs een föhn. Na een nachtvlucht waar ik gebruik kon maken van twee stoelen naast elkaar, kwam ik eindelijk na 36 uur aan in Auckland, Nieuw-Zeeland. Dat was wel een voldaan gevoel. Netjes had ik mijn aangifteformulier ingevuld. Maar goed ook, want het leek wel boarder security! Mijn wandelschoenen moesten uit mijn tas en werden schoongemaakt, zodat er geen beestjes uit andere landen Nieuw-Zeeland zouden verpesten.
‘s Morgens vroeg kwam ik aan. Ik had bedacht om Auckland te gaan verkennen, maar ik was niet voor uit te branden. Informatie die ik kreeg van het hostel ging langs me heen en ik kon amper op mijn benen staan. Na gehangen te hebben kon ik eindelijk inchecken en ben ik lekker een paar uur gaan slapen. ‘s Avonds ben ik met een Hongaars meisje een rondje gaan lopen en al wat eten gaan inslaan.
De volgende dag ging ik richting het noorden naar Paihia. Bij de bus kwam ik al meteen twee jongens tegen Bas en Xarain de koning, Xarain was echt de knapste: meest krullerige jongeman die ik ooit ben tegen gekomen..echt hoor, 1 krulletje splitst uit naar links en naar rechts en dan weer naar links, hypnotiserend gewoon. En ja Bas, aan Bas ben ik mijn hart verloren, want dat is gewoon een regelrechte hunk. Niets aan toe voegen <3.
In de bus leerde ik de jongens echt goed kennen. De sfeer was top aan het bovenstaande verhaaltje te lezen! Een keer raden wie dat hebben geschreven…Ik kwam erachter dat Bas grote fan is van René Schuurmans. Nog nooit van de beste man gehoord, ook niet zo gek als niet carnavalsfan. Bas vond het in ieder geval hele goede muziek. Xarain heeft een passie voor aardappels. Later kwamen we ook nog in contact met een Nederlands meisje, Kaylee. Zij had ook wel zin om ‘s middags met ons een wandeling door een mangrovebos te maken en uiteindelijk bij een waterval uit te komen. Door de regen liep ik met haar naar het hostel van de Tilburgse jongens. We besloten maar even te wachten totdat het droog was. Natuurlijk wilde Bas even swingen op René Schuurmans, ‘laat de zon in je hart.’ Het bleek dat Beppie Kraft (voor de Limburgers onder ons) dit liedje ook heeft gecoverd of is van haar toch het origineel?
Toen het droog was, besloten we naar het strand te gaan. Bas en Xarain hadden daarom alleen een handdoek meegenomen en liepen op de teenslippers. Op de een of andere manier liepen we onbewust toch richting de wandelroute. Niet zo heel voorbereid dus! Het was erg mooi wandelen door een tropisch bos en mangroves. De waterval hebben we niet gezien, want die was toch te ver weg en de barbeque in het hostel stond op ons te wachten. Ook moesten we nog even wachten totdat Kaylee haar spannende playsuit had uitgetrokken om een plasje te plegen in het bos. Op de terugweg kwamen we de enige mensen tegen tijdens de wandeltocht. Het waren meteen 60 Aziaten. Ik dacht Japanner, dus probeerde ze met ‘konichiwa’ te begroeten. Bas dacht meer aan Chinezen en probeerde het met ‘ni hao’. Na de dertigste Aziaat kwamen we erachter dat het Koreanen waren.
Na helemaal doorweekt aan te zijn gekomen in het hostel probeerde ik mijn Nieuw-Zeelands simkaartje te installeren. Dat is hier wel handig, want de wifi in dit ontwikkelde land is ongelooflijk. In hostels hebben ze wifi in een gemeenschappelijke ruimte, maar dan alleen op tijden dat mensen nooit aanwezig zijn. De bus en hostels moeten ook geregeld worden, dus dan is internet wel handig! De hostels waar ik tot nu toe in ben verbleven, zijn echt massaal. De keuken die gedeeld moet worden met 50 mensen is dan ook chaos. Ook is het lastig om een stopcontact te vinden om bijvoorbeeld je telefoon op te laden. In minder ontwikkelde landen is dit veel beter geregeld!
De laatste morgen in Paihia brachten we door op een boot. We hebben super veel dolfijnen gespot. Ze sprongen en zwommen voor de boot. Heel vet was dat! Ook zijn we naar ‘hole in the rock’ gevaren. Zoals de naam al zegt was er letterlijk een gat in een grote rots. Mooi om te zien. Een half uur voordat de bus weer naar Auckland vertrok zochten we naar wifi. We vonden een bieb met gratis wifi. Daar zagen de jongens dat hun Nieuw-Zeelander die hen de volgende dagen mee zou nemen op avontuur had afgezegd! Hun plannen liepen dus een beetje in de soep. Ik belde Hans. Een Nederlandse man die ik twee jaar geleden heb leren kennen in Argentinië en die hier in Nieuw-Zeeland een koeienboerderij heeft. Hans vond het goed dat de twee jongens met ons de volgende dag mee gingen. Fijn en gezellig!


Deel nu: